Afgelopen dinsdagavond debatteerde de Hoornse raadscommissie onder andere over inclusiebeleid. Inclusie betekent insluiting en staat dus recht tegenover uitsluiting of wel exclusie. Er bestaat nog een term die het tegenovergestelde betekent en dat is validisme, hoewel deze term naar ik meen vooral wordt gebruikt om mensen te marginaliseren met een fysieke, zintuigelijke of mentale beperking, een chronische ziekte, een psychische aandoening of een neurodivergentie.
Wij hebben de neiging om iedereen die er duidelijk anders uitziet dan de afstammeling van de Germanen en die zich anders gedragen dan nadrukkelijk in religies voorgeschreven staat of die problemen hebben met reguliere deelname aan de avondvierdaagse of die zelfs met bijlessen geen stap vooruitkomen of die een bovenkamer hebben waar dingen anders gaan dan bij de meerderheid van de mensheid, kortom: alle mensen van wie je blij bent dat je er niet bij hoort, een beetje op afstand te houden en buiten te sluiten. In Hoorn wordt dit allemaal taboe, want bij meerderheid van stemmen hoort iedereen erbij.
De fracties vinden allemaal dat de gemeente Hoorn de taak heeft om er in Hoorn voor te zorgen dat niemand wordt uitgesloten. Op één na scharen de fracties zich in grote lijnen achter het voorstel van het college om een inclusiebeleid dat klinkt als een klok te gaan volgen. Eén fractie gaf aan tegen het voorstel te zijn. Menno Jas van de Realistische Partij is tegen de nota. Ik heb zijn motivatie drie keer opnieuw beluisterd, om te voorkomen meteen tot de uitspraak te komen dat hij een typische vertegenwoordiger is van de Tegenpartij. Wanneer ik hem goed begrijp betekent voor hem het benoemen van de groepen mensen die op een of andere manier worden uitgesloten al een uitsluiting. Met het benoemen van iets waarmee men afwijkt breng je iemand in een slachtofferpositie. Waar slachtoffers zijn verkeren daders niet ver ervandaan. Ieder mens is gelijkwaardig hoe hij er ook uit ziet of in elkaar steekt. Dat dienen we te respecteren.
Zo’n gedachte kan een mooie getuigenis zijn voor een nobele en filosofische inborst, maar is het een goede reden om dan maar geen beleid te formuleren? Het inclusiebeleid dat Hoorn voorstaat is erop gericht dat iedereen ook zonder al te grote problemen gelijkwaardig kan en mag meedoen in deze maatschappij. Dat is namelijk nog lang niet het geval bij een ontstellend uitgebreide groep. Sinds mijn jeugd heb ik het aantal mogelijkheden dat men als anders kan worden gezien zien groeien. Zelfs in mijn tijd als leraar op een basisschool. Tijdens mijn opleiding leerden we niets over ASS, ADHD, ADD, ODD of DCD. Zelfs over dyslexie of dyscalculie zijn weinig instructieve woorden tot ons gekomen. Ik moet bekennen dat ik tot ver in mijn puberteit nog geen enkel benul had van homoseksualiteit, om nog ,even een andere tak van anders zijn te noemen. Van de uitbreiding van het lhbti-alfabet met q. a en + moet ik ook eerst wat research doen over de betekenis voordat ik er iets over kan menen en wie weet hoor ik over een paar jaar ook bij een +-variant.
Het inclusiebeleid van Hoorn beoogt niet het benoemen van verschillen tussen mensen, maar het bewust maken van het feit dat die verschillen niet betekent dat mensen uitgesloten moeten worden. We dienen allemaal te leren de verschillen te accepteren. Allemaal, ook mensen die een stempel dragen. Ik heb leerlingen van Noord-Afrikaanse afkomst gehad, die serieus meenden dat alleen de Nederlanders discrimineerden omdat zij zelf tot een gediscrimineerde groep behoren. Ik ben zelf stevig Rooms opgevoed met de zekerheid dat alle protestanten er volkomen naast zitten en dat onze contacten met hen uiterst beperkt bleven was vanzelfsprekend.
Dat er nog een wijdverbreide vanzelfsprekendheid van afstand houden wordt gevoeld jegens veel anders aanvoelende mensen is niet zomaar weg te poetsen. In feite moet een hele samenleving een heropvoedingstraject doorlopen. Ik ben in mijn radioprogramma over cabaret bij Hoorn Radio begonnen iets inclusiever te programmeren. De onlangs nog heerlijke stukjes over Turkse, Italiaanse Surinaamse typetjes gebruik ik niet meer. Een Belgische nabootsing zal er vast nog wel eens doorglippen, maar Harm met het harpje is ook voorbij. Hoewel dat nog net kan omdat Martien Meiland ook nog steeds te zien is.
Zelfspot mag weer wel. Misschien dat humor een rol kan spelen bij pogingen inclusie op gang te helpen. Mensen van kleur die een gekleurde inkijk geven. Joodse humor door Joodse humoristen is onnavolgbaar. Misschien krijgen we meer lachebekjes uit de regenboogbevolking die hun eigen situatie op de hak nemen. Zij mogen dat ongestoord doen. Zo heb ik het recht, vind ik, om grappen over kankerlijders te maken. Maar misschien zitten we niet op alle grappen te wachten. Zou exclusiviteit dan toch nog terecht een plekje blijven houden?
De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.