Op je vakantieadres nabij het mooie Karwendelgebergte een foto bij een artikel over je eigen woonplaats aan te treffen in de digitale NHD blijft voor mij een bijna magische nieuwigheid van deze tijd. Ik bedoel een foto vanaf grote hoogte genomen van het nu al aanwezige stadsstrand bij Hoorn. En terwijl we zelf net vanaf grote hoogte overzichtsfoto’s hebben genomen van ons vakantiegebied kunnen we nu al een beetje op dezelfde manier vergelijkingen treffen tussen ons vakantiegebied ver weg en het prachtige verpozingsgebied pal naast de deur. Vergnügungsort Mittenwald is goed vergelijkbaar met vermaakscentrum Hoorn. Daar is vast wat mee te doen.
Rob Droste - onthoud die naam! – is een gewaardeerd lid van de Hoornse VVD-fractie met toekomstideeën. Een man met zakelijk inzicht, ondernemersbloed, een jongen van Jan de Witt. Het stadsstrand is nog niet klaar of hij heeft reeds de complete commerciële inrichting van het gebied voor ogen. Daar bij de Galgenbocht zal het allemaal gebeuren: mensenmassa’s die de lange tocht naar de ook best wel aantrekkelijke Noordzeestranden graag vervangen voor een minder lange tocht naar een strand met antikwalgarantie. (Niet verwarren met de Atlantikwall uit vervlogen tijden!)
Rob ziet daar mogelijkheden voor meerdere vormen van horeca en of de gemeente daar voldoende rekening mee wil houden? In het bestemmingsplan staat slechts één paviljoen ingetekend en dat mogen er wat Rob betreft best wel twee zijn; van twee verschillende eigenaars natuurlijk. De drommen bezoekers bestaan uit mensen met verschillende horecasmaken. Je hebt er die ervan uitgaan dat in deze zaak vast en zeker vis uit aangrenzend watergebied op uitnodigende wijze wordt geserveerd en er zijn er die al tevreden zijn met een bakje patat mét met iets erbij dat gewoon samen met samendrommende meeuwen kan worden genuttigd op een bankje in de zon.
Nu ik in hetzelfde krantenartikel lees dat de gemeente ook rekening houdt met het inzetten van een kiosk of een foodtruck, lijkt mij dat aan de meest noodzakelijke horeca wel voldaan gaat worden. Wat mij meer prikkelde was het beeld dat Rob opwierp dat de plek zodanig gewild gaat zijn dat men de toestroom van zon-, Zuiderzee- en zandgenieters tekort gaat doen. Ik denk dat hij zulke lange wachttijden bij de geplande horeca vreest, dat velen halverwege de wachtrij zullen besluiten om de honger en dorst maar elders te stillen en betekent dat dan weer dat zij voortaan elders verblijven?
Ja, maar we hebben ook de nabijgelegen schouwburg Het Park, waar men ook graag zonverbrande badgasten met nog half natte haren wil onthalen op hun culinaire hoogstandjes. En wanneer je het huidige beeld van één paviljoen wilt aanpassen aan een mogelijke realiteit van grotere toestromen dan er parkeerplaatsen zijn, dan moet er eerst opnieuw worden overlegd met hoogheemraadschap en onderzoek worden gedaan op het gebied van verkeer, parkeren, geluid, flora en fauna en niet te vergeten: stikstof. Na het lezen van deze zin voelde ik me weer helemaal terug in Nederland. Nederlands regeltjesfetisjisme! Dat mis ik hier in Beieren. Niet dat ik iets weet van regelzucht die vooraf gegaan is aan alle fraaie optrekjes, uitstapjesmogelijkheden en horeca. Veel zaken bestaan al lange tijd. Ik heb geen weet van plannen voor een groot Freizeitpark die al dateren uit de tijd dat Oost-Duitsland nog werd beschermd door de Russen en die nog steeds wachten op realisatie.
Rob Droste lijkt zich een beetje te hebben laten afremmen in zijn ambitie iets te creëren wat niet al was bedacht in de tijd dat hij nog te jong was om politicus te willen worden. ‘Het is nu nog te vroeg,’ heeft de schrijver van het artikel uit zijn mond opgetekend. Hij lijkt zich neer te leggen bij een dat-zien-we-dan-wel-weerhouding die onze samenleving nu als hoogst haalbare ambitie kenmerkt. Toch jammer.
De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.