HOORNGIDS | Het Openbaar Ministerie heeft naar buiten gebracht dat er 7.779.461 verkeersovertredingen zijn geconstateerd in 2020 op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Dat is minder dan een jaar eerder, toen werden 8.369.480 verkeersboetes opgelegd onder meer voor te hard rijden, door rood licht rijden en handheld bellen.
Dat blijkt uit het jaaroverzicht Wahv 2020. De daling zal mede komen doordat er vorig jaar gemiddeld genomen minder verkeer op de weg was sinds de oproep van de overheid half maart 2020 om zoveel mogelijk thuis te blijven vanwege corona.
Versterkte inzet van de politie
De daling van het aantal verkeersboetes is vooral toe te schrijven aan minder op kenteken geconstateerde verkeersovertredingen op grond van de Wahv: 7.223.157 in 2020, tegen 7.838.782 een jaar eerder. Het aantal verkeersboetes na een staandehouding is vorig jaar daarentegen gestegen van 530.698 in 2019 naar 556.304 in 2020. De stijging van het aantal staandehoudingen is deels te verklaren door de versterkte inzet van de politie op verkeersovertredingen, zoals te hard rijden, negeren van een rood verkeerslicht en afleiding door bijvoorbeeld telefoongebruik. Ook geeft de politie aan meer op verkeersgedrag en excessieve overtredingen te concentreren, doordat er door de coronamaatregelen minder geplande en thematische verkeerscontroles plaatvonden.
Telefoongebruik
Bij het aantal boetes voor het vasthouden en gebruik van mobiele telefoons is een opvallende stijging te zien. Vorig jaar werden hiervoor 168.034 boetes uitgeschreven, tegen 121.364 in 2019. Sinds vorig jaar wordt hierop ook met camera’s in het verkeer gecontroleerd, maar over het hele jaar gezien is nog het merendeel van deze boetes na staandehouding opgelegd. De groei is nu ook vooral toe te schrijven aan geconstateerde overtredingen voor het in de hand houden van mobiele telefoons op de fiets; dit als gevolg van de aangescherpte wetgeving per 1 juli 2019 ten aanzien van handheld telefoongebruik. In de maanden juli tot en met december 2019 ging het hier om 21.327 boetes, tegen 47.955 over heel 2020.
Snelheidsovertredingen
De meeste verkeersboetes zijn opgelegd voor te hard rijden: 6.364.875 in 2020, tegen 6.833.365 een jaar eerder. Het merendeel van deze verkeersovertredingen wordt geconstateerd met digitale handhavingsmiddelen op kenteken. In 2020 zijn 2.803.661 snelheidsboetes opgelegd na controle met een flitspaal, tegen 3.478.825 in 2019. Ook zijn 1.476.304 snelheidsovertredingen middels mobiele radarsets geconstateerd, tegen 1.443.782 een jaar eerder.
Er is een lichte stijging te zien bij het aantal geconstateerde snelheidsovertredingen met trajectcontrolesystemen. Vorig jaar zijn er 18 trajectcontroles bijgekomen op N-wegen. Het gaat om provinciale wegen waar relatief veel ongelukken gebeuren doordat er te hard gereden wordt. Bij de trajectcontroles is in totaal het aantal geconstateerde snelheidsovertredingen gestegen van 1.832.599 in 2019 naar 1.963.918 vorig jaar.
Buitenlandse verkeersovertreders
In 2020 zijn van de opgelegde verkeersboetes 870.695 boetes naar een buitenlandse verkeersovertreder verstuurd, tegen 1.000.460 een jaar eerder. Vanaf december 2019 zijn ook Cyprus, Denemarken en Griekenland aangesloten op de geautomatiseerde uitwisseling van kentekengegevens op basis van de Europese richtlijn Cross Border Enforcement (CBE). Dit betekent dat bestuurders uit deze landen automatische een boete thuis ontvangen wanneer zij in Nederland een verkeersovertreding hebben begaan die met een digitaal handhavingsmiddel is vastgesteld.
Het overzicht van de verkeersboetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ofwel Wet Mulder, wordt samengesteld door het ministerie van Justitie en Veiligheid, Nationale Politie, het CJIB en het Openbaar Ministerie (OM).
