Behoefte aan meer industrieterrein

Er is behoefte aan meer hectaren regionaal bedrijventerrein en meer keuzemogelijkheden in West-Friesland dan de provincie Noord-Holland in haar Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord heeft opgenomen. Tot 2014 is minimaal behoefte aan 84 hectare en mogelijk 94 hectare in plaats van de 70 hectare aan de A7/Jaagweg in Wester-Koggenland zoals genoemd in het Ontwikkelingsbeeld. Bedrijven hebben bovendien behoefte aan keus. Het is dan ook wenselijk dat bedrijven zich niet alleen kunnen vestigen op een bedrijvenpark, maar ook op moderne gemengde terreinen met ruimte voor transport, distributie en agribusiness. Dat blijkt uit het rapport “Behoefte aan bedrijventerreinen in West-Friesland” van het Sociaal Wetenschappelijk Bureau. De inventarisatie van de behoefte aan regionale bedrijventerreinen tot 2014 is gemaakt in opdracht van een stuurgroep waarin de meest betrokken gemeenten en de provincie Noord-Holland zitting hebben. De gezamenlijke colleges van de dertien Westfriese gemeenten hebben vandaag tijdens een bestuurlijk overleg unaniem de inventarisatie onderschreven. Besloten is het rapport ter behandeling voor te leggen aan de gemeenteraden.
Uit het rapport blijkt een goede bereikbaarheid (betere infrastructuur) een van de belangrijkste voorwaarden voor het met succes behouden en aantrekken van werkgelegenheid. Daarnaast zijn  een ruime keuze, gunstige voorwaarden en actieve acquisitie van groot belang. De regio biedt vooral kansen voor branches als groothandel transport en logistiek.
In 2004 hebben 130 bedrijven West-Friesland verlaten. Daar staan 169 bedrijven tegenover die zich in West-Friesland hebben gevestigd. Daarin onderscheidt de regio zich positief ten opzichte van de overige regio’s in Noordwest-Holland.
De nu door de provincie geplande 70 hectare voor regionale bedrijfsterreinen is minder dan waaraan behoefte is. Minimaal is 14 hectare extra nodig. Uitgaande van de ontwikkelingen in de afgelopen periode is ten opzichte van de zogeheten ijzeren voorraad (de noodzakelijke voorrraad om een goed bedrijvenbeleid te voeren) nog eens 10 hectare extra nodig (84 +10). Van de benodigde 56 hectare voor lokale bedrijventerreinen is het merendeel bovendien nog niet gepland. Een van de mogelijkheden om te voorzien in meer hectaren en meer keuze aan bedrijfsterreinen is  eerder beginnen met de ontwikkeling van het regionale bedrijventerrein Westfrisia-Noord (Wognum). Een andere mogelijkheid is om de beperkingen voor het WFO/ABC terrein (Wervershoof) op te heffen en dit terrein te beschouwen als een regionaal bedrijventerrein.
Aanleiding voor het maken van een inventarisatie van de behoefte aan bedrijventerreinen in West-Friesland waren de wijzigingen in het  Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord ten opzichte van de eerdere plannen. Daarbij is onder meer de verhouding tussen regionale en lokale bedrijventerreinen gewijzigd (van 70 – 30 in 60 –40) en de wijze van ontwikkeling. Bovendien is in het definitieve Ontwikkelingsbeeld uitgegaan van een zuiniger ruimtegebruik.
Zo is vastgelegd dat eerst het regionale bedrijventerrein A7/Jaagweg moet worden ontwikkeld, voordat andere terreinen als Westfrisia Noord en het WFO-terrein aan bod komen. Dit om versnippering en overcapaciteit tegen te gaan.
Deze veranderingen waren voor de gezamenlijke Westfriese gemeenten begin 2005 reden een stuurgroep in te stellen. De stuurgroep, onder voorzitterschap van burgemeester J. G.A. Baas van Enkhuizen, kreeg onder andere de opdracht om een inventarisatie te maken van de noodzakelijke behoefte aan regionale bedrijventerreinen tot 2014.
De colleges van de dertien gemeenten hebben vandaag in hun gezamenlijk overleg unaniem de  inventarisatie onderschreven. Besloten is om het rapport in september en oktober ter behandeling voor te leggen aan de gemeenteraden.