Staatssecretaris: Hoornse bijstandsaanpak heel verstandig

De aanpak van Hoorn waarbij kansrijke cliënten zo snel mogelijk aan werk worden geholpen door een samenwerking van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en de bemiddelaars van de afdeling Sociale Zaken, is een “hele verstandige”. Dat zei staatssecretaris drs. Mark Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid na afloop van een werkbezoek aan Hoorn. De staatssecretaris was vooral te spreken over de stevige aanpak om mensen aan het werk te krijgen, gecombineerd met een goed sociaal beleid.



Tijdens zijn werkbezoek aan Hoorn werd de staatssecretaris geïnformeerd over de totaalaanpak in Hoorn. Die bestaat eruit dat potentiële bijstandscliënten die waarschijnlijk vrij gemakkelijk een baan kunnen vinden, intensief worden geholpen bij het vinden van werk. En als dat niet lukt, moeten zij met behoud van een uitkering maximaal 28 uur per week aan het werk. Deze werkwijze vindt plaats in nauw overleg tussen medewerkers van het CWI en van Sociale Zaken. Zo werken drie medewerkers van de afdeling Sociale Zaken in het kantoor van het Centrum voor Werk en Inkomen waar ze zicht hebben op alle beschikbare vacatures.

Cliënten die zoveel maatschappelijke en/of financiële problemen hebben dat ze niet op korte termijn aan het werk kunnen, worden direct doorgestuurd naar de afdeling Sociale Zaken op het stadhuis. Dit betekent dat ze niet twee keer hun verhaal hoeven te vertellen en dat ze direct bij de instantie terechtkomen waar ze structureel de juiste begeleiding kunnen krijgen.

Deze aanpak levert minder bijstandscliënten op dan landelijk gemiddeld: in 2002 nam het aantal bijstandscliënten landelijk toe met 1,4 procent, terwijl in Hoorn sprake was van een daling met 4,1 procent. Hierdoor houdt Hoorn geld over, waarmee de gemeente extra geld kan steken in gesubsidieerde arbeid. Bovendien is extra geld beschikbaar voor bijzondere bijstand, waardoor er een goed sociaal vangnet is voor de mensen die het echt nodig hebben.

Staatssecretaris Rutte sprak na afloop van zijn bezoek van een “afgewogen pakket maatregelen, met enerzijds een stevige aanpak om mensen aan het werk te krijgen en anderzijds een goed sociaal kader”.

Eerder had de staatssecretaris bezwaren tegen de Hoornse aanpak omdat die werkwijze in strijd was met de wettelijke regels. Dat ging met name over het feit dat de moeilijk bemiddelbare cliënten direct werden doorgestuurd naar de afdeling Sociale Zaken.

Op aandringen van de Tweede Kamer komt er nu een wettelijke mogelijkheid voor experimenten. Er worden zeven gemeenten aangewezen. De gemeente Hoorn gaat ervan uit, gezien de positieve reactie van de staatssecretaris, dat ze bij deze zeven behoort.