Burgemeester Van Veldhuizen wil in Hoorn blijven

Burgemeester Onno van Veldhuizen van Hoorn wil in aanmerking komen voor herbenoeming. Dat heeft hij maandag laten weten aan de Commissaris van de Koningin van de provincie Noord-Holland, de heer H. Borghouts. De gemeenteraad van Hoorn krijgt dinsdag 18 november een voorstel voorgelegd voor de instelling van een vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester.

De officiële herbenoeming vindt plaats door de minister van Binnenlandse Zaken. De gemeenteraad mag daarvoor een aanbeveling doen aan de minister. Dit gebeurt via de commissaris van de Koningin. De vertrouwenscommissie die de gemeenteraad uit zijn midden gaat instellen, moet de aanbeveling aan de minister voorbereiden.

Op 1 augustus 2009 loopt de huidige ambtstermijn van zes jaar af. Uiterlijk op 1 april 2009 moet de raad een (openbaar) raadsbesluit nemen over zijn aanbeveling aan de minister van Binnenlandse Zaken.
De vertrouwenscommissie bestaat, als de raad daarmee instemt, uit de fractievoorzitters van PvdA, VOC Hoorn, Groen Links, VVD en de fractie Tonnaer.

Op 1 augustus 2003 werd dr. G.O. van Veldhuizen benoemd tot burgemeester van Hoorn. Onno van Veldhuizen (46) is getrouwd, heeft twee dochters en is lid van D66. Voordat hij in Hoorn werd benoemd, was Van Veldhuizen burgemeester in Nieuwkoop. Hij studeerde rechten in Leiden en promoveerde in 1993 magna cum laude aan de universiteit van Osnabrück (Duitsland). Na zijn afstuderen werkte hij een aantal jaren in het (internationale) bedrijfsleven. Als burgemeester van Hoorn is hij op dit moment onder andere voorzitter van de Nederlandse delegatie in het Congres van lokale en regionale overheden van de Raad van Europa en vice-president van het congres.

Voor een 8
Over zijn motief om nog eens voor zes jaar bij te willen tekenen, zegt de burgemeester: “We voelen ons hier thuis. Ik voel me verbonden met de stad en de dorpen. Ik ben gaan houden van onze West-Friese mentaliteit. Nuchter, zonder franje, recht voor zijn raap en een tikkie gesloten, waarbij de humor nooit ver weg is. Je mag het hier, ook als burgemeester, gewoon zeggen. Dat vind ik heel plezierig en maakt het leven makkelijker. Ik kan en mag mezelf zijn. Met alle voors  en tegens. Het is hier eerlijk en ik heb veel ruimte en steun gekregen. Ik ben, zoals de meesten wel weten, niet van het openbaar bestuur van het zesje, maar ga voor de acht. Ik ben – als je daar al ooit van kunt spreken – nog niet uitgeleerd en zeker nog niet uitgedaan. Ik hoop als burgemeester de titel burgervader te blijven verdienen. Ik krijg er inmiddels een beetje de leeftijd voor.”